In mei 1922 keert het gezin Spilliaert terug naar Oostende, waar ze tot 1935 zullen blijven wonen.1
In die dertien jaar verhuizen ze maar liefst vijf keer, met de lente in de lucht bijna altijd in mei. Hun eerste volwaardige Oostendse huurwoning is een appartement in de statige Peter Benoîtstraat nummer 13. De hele straat heeft een homogeen uitzicht, met enkelhuizen in eclectische of art-nouveaustijl.2 Naast het huis met een typerende belle époque erker bevindt zich een bijna identieke gevel aan de rechterkant. De straat en vooral het uitzicht intrigeren Spilliaert blijkbaar blijvend, want zes jaar na zijn vertrek legt hij het statige huis op nummer 10, precies tegenover zijn vroegere woning, vast op papier.