De woning in de Graaf De Smet de Naeyerlaan - waarvan de aanleg in 1899 begint - ligt in de zogenaamde Hazegraswijk, een zuidelijke stadsbuurt, die door het toenmalige station afgesneden is van het centrum.
Het burgerhuis met drie bouwlagen op nummer 68 was pas een jaar eerder, in 1928, gebouwd, gelijktijdig met heel wat huizen langs deze laan, die sinds 2005 beschermd zijn als ensemble. In de nieuwe huurhuizen langs deze statige entree tot Oostende woonden vooral middenklassers: vissers of vishandelaren, klerken ... Een indrukwekkende ronde travée of zogenaamde bow-window op de eerste verdieping kenmerkt het huis waar de Spilliaerts woonden.1 De kunstenaar kan ook hier talrijke bomen gadeslaan. In het nabijgelegen Maria-Hendrikapark (1888-1892) definiëren die samen met de grote waterpartijen het landschap. De Oostendse watertoren, die hij eerder al heeft weergegeven, staat ook in de buurt. Hoewel het dus om een nieuwbouwhuis gaat, valt er een stuk plafond naar beneden.2 Dit noopt het gezin tot een zoveelste verhuis, dit keer terug richting het Leopoldpark.