Spilliaert brengt het huis in de Kapellestraat het vaakst in beeld, tenminste, het interieur ervan. Veel stillevens, interieurs en zelfportretten van vóór 1916 geven ons een glimp van het burgerlijke interieur: met hoge spiegels, lambrisering, een schuin glazen dak, kamerplanten, een schouwmantel met een klok onder een glazen stolp en Thonetstoelen, die hij soms als geïmproviseerde schildersezel gebruikt. Ook zijn slaapkamer met een metalen bed en zware kleerkasten komt tot leven in zijn werk .
In het ouderlijke huis van Léon Spilliaert staat vooral de parfumeriezaak van vader Léonard centraal. Gekend onder de noemer Grande parfumerie Spilliaert-Jonckheere, maakt ook de familienaam van Spilliaerts moeder er deel van uit.1 De zaak, opgericht in 1874, verkoopt parfums als Brise d’Ostende, Fleurs des Flandres, Lipster en Brise Marine. De donkere flessen met lichtgevoelige geurstoffen en de verpakkingsdozen duiken op in Spilliaerts werk. Op zijn zeventiende legt hij het laboratorium van zijn vader in een pittoreske tekening vast. De parfumerie bevindt zich in het commerciële hart van Oostende, recht tegenover de juwelenzaak Dispersyn en dicht bij de patisseriezaken Libert en Van Mullen.2 In de buurt wonen ook kunstschilders Emile Spilliaert en Theodore Kockerols, aan de overkant op nummer 4.3
Ook na Spilliaerts huwelijk en zijn verhuis naar Brussel blijft de parfumerie succesvol draaien. In de jaren 1920 wint vader Spilliaert nog diverse prijzen voor zijn etalages. Krantenadvertenties – duidelijk gericht op een vrouwelijk publiek – onderlijnen hoe ‘de verpakkingen origineel en goed verzorgd zijn en de prijzen interessant’.4 Na de dood van zijn vader heeft Léon Spilliaert een deel van de huuropbrengsten van het huis. Helaas wordt het huis in de nacht van 27 op 28 mei 1940 verwoest door bommen, die ook het nabijgelegen stadhuis treffen en er kunstwerken van Spilliaert, Ensor, Khnopff en anderen vernielen.