In mei 1923 verhuist Spilliaert naar deze woning waar hij ook een atelier heeft.
Deze periode wordt dan ook gemarkeerd door zijn schilderijen met olieverf, hoewel hij ook werken met Oost-Indische inkt, gouache, kleurkrijt en andere materialen blijft maken. Het gezin woont op de bovenverdieping, terwijl dichter Daan Boens (1893-1977), de eigenaar, onder hen verblijft. 1 Spilliaert heeft vanop zijn verdieping uitzicht op de handelsdokken en scheepswerven, de pakhuizen en de twee spoorwegstations die Oostende toen nog rijk is. Waar nu het Oostendse stadhuis staat, bevond zich toen nog een dok als onderdeel van de haven. In een schetsboek toont Spilliaert dit unieke hoge perspectief, de buurt duikt dan ook vaak op in zijn werk. 2 Het gezin woont er vijf jaar – voor hun doen een eeuwigheid. De familie Boens breidt steeds verder uit en door een tekort aan plaats verlaten de Spilliaerts het huis in de Amsterdamstraat een maand later. 3