Grafisch werk
Tot slot bewaart Mu.ZEE een zeer belangrijke en uitgebreide collectie grafisch werk. Hoewel er pas in 1982 een eerste tentoonstelling over Spilliaerts grafisch werk georganiseerd werd, verzamelde het Museum voor Schone Kunsten al in de jaren 1950, ’60 en ’70 prenten van Spilliaert. Vanaf de late jaren 1980, onder conservator Norbert Hostyn, kreeg deze collectie een stevige impuls. Het gaat enerzijds om losse grafiek: twee etsen en een droge naald uit Spilliaerts ‘etsjaar’ 1908 en elf individuele lithografieën uit 1917-1919, de periode waarin hij zich op lithografie concentreerde. De Mu.ZEE-collectie bevat anderzijds exemplaren van alle albums of mappen die Spilliaert ontwierp, met name de volledige reeks van tien litho’s uit het album Les Serres Chaudes (1917, ex. 3/20) naar Maeterlinck, het album Plaisirs d’hiver (1918, 15 reguliere litho’s, 5 drukproeven, een titelblad en een gekartoneerde kaft, naast ontwerptekeningen voor vijf van de tien prenten en de kaft) en de reeks Sites Brabancons (1919). Ook zijn er de geïllustreerde poëziebundels of boeken van Franz Hellens (La femme au prisme, 1920), Henri Vandeputte (Poëmes du Poëte, 1931), Benoît Bouché (Au temps que Nanette était perdue, 1931, inclusief een exemplaar met alle unieke aquarellen en pentekeningen), Paul Neuhuys (Inutilités. Poèmes, 1941) en Marcel Lecomte (La servante au miroir, 1941). In de loop der jaren werden vaak meerdere exemplaren van deze publicaties verworven, onder andere door een overdracht van de Oostendse Stadsbibliotheek in 1991. Opmerkelijk is de verzameling van La servante au miroir, elf exemplaren werden aangekocht tussen 1997 en 2007, waarvan maar liefst vijf bij Herman Goossens in 2007. Waarschijnlijk wou men de mogelijkheid hebben om het boek op verschillende bladzijden tegelijk tentoon te stellen. Tot slot bewaart Mu.ZEE ook diverse geïllustreerde tijdschriften waarvoor Spilliaert de kaft of binnenillustraties ontwierp, met name Pourquoi Pas ? (augustus 1902), Haro ! (augustus 1913), La mascotte : Le Tout-Ostende (1921), Sélection (december 1925, januari 1926) en Ostende et le littoral belge (1929).
De optelsom van dit alles maakt dat Mu.ZEE vandaag een representatieve collectie van 110 unieke werken (waarvan vier tweezijdig) uit het brede oeuvre van Spilliaert bewaart en/of langdurig in bruikleen neemt. De verzameling omvat zowel vroege als late werken in diverse media en verschillende topstukken en publiekslievelingen, waarvan er vier op de topstukkenlijst van de Vlaamse Gemeenschap staan, aangevuld met een zeer representatieve grafische collectie van 3 tiendelige prentenreeksen of -albums, 20 individuele prenten, 25 geïllustreerde boeken en 7 tijdschriften. Deze referentiecollectie blijft bovendien evolueren, net als het onderzoek naar haar ontstaan en naar de kunstwerken waaruit ze is opgebouwd.