Eind 1908 begin 1909 huurt Spilliaert gedurende enkele maanden een atelier op de hoek van de Visserskaai en de Nieuwstraat.
In die periode wordt niet alleen zijn werk voor het eerst in België tentoongesteld, er verschijnt ook een eerste krantenrecensie en Spilliaert is bijzonder productief. Spilliaert heeft in die periode een grote affiniteit met de haven, de kaaien, de vissersvrouwen … en vertaalt die in zijn werk. Naast deze buitenzichten zijn ook een aantal beelden bewaard waarbij hij duidelijk zijn huuratelier, dat zich boven een volkse frituur bevindt, in beeld brengt. Vanuit minstens drie ramen met halfbogen heeft hij uitzicht op de daken aan de overzijde van de straat, een schuin zicht op de vaargeul, de vissersboten en de kaaien en een zicht evenwijdig met de kade. Gust De Smet en Constant Permeke nemen het atelier na Spilliaerts vertrek over.